De niet-verzorgende ouder, oftewel de ouder met de omgangsregeling, maakt gedurende de tijd dat de kinderen bij hem/haar verblijven ook kosten voor de kinderen. Er wordt in natura in een gedeelte van de behoefte van de kinderen voorzien. Bij het berekenen van de door de niet-verzorgende ouder te betalen kinderalimentatie wordt hiermee rekening gehouden door zorgkorting toe te passen. De zorgkorting wordt uitgedrukt in percentages van de behoefte die passen bij – vakanties meegerekend – het aantal dagen dat de kinderen bij de niet-verzorgende ouder doorbrengt.
Voorheen kende het rapport Alimentatienormen enkel een kortingspercentage van 15%, 25% of 35%. Sinds 1 januari 2018 is hier ook een percentage van 5% aan toegevoegd. Aldus kennen we nu als vuistregel de volgende percentages:
5% bij gedeelde zorg gedurende minder dan 1 dag per week
15% bij gedeelde zorg op gemiddeld 1 dag per week
25% bij gedeelde zorg op gemiddeld 2 dagen per week
35% bij gedeelde zorg op gemiddeld 3 dagen per week.
Uitzonderingen op het toepassen van de zorgkorting zijn mogelijk, bijvoorbeeld doordat de ouder waarbij de kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, de omgangsregeling niet nakomt.